Voorbeschouwing: Tour de France 2019 – Week 1 (6/7 – 15/7)

Photo credit: SFrank Weber Manneken Pis via Flickr (license)

Geplaatst op 4 jul, 2019

Ieder jaar weer, zo eind april oreren we tegen iedereen die het maar horen wil over de Giro d’Italia. Over dat die eigenlijk veel mooier is dan de Ronde van Frankrijk en dat iedereen die het wielrennen volgt dat wel met elkaar eens is.Maar ook ieder jaar weer, ergens tussen de Dauphiné en de Ronde van Zwitserland in, krabbelen we dan toch weer terug.

Waarom? Omdat de Tour de France-startlijsten weer binnendruppelen. Omdat je weer namen tegenkomt die je maanden niet voorbij hebt zien komen. Omdat er nog voor de race begint al favorieten uitvallen. Omdat de Tourkoorts stijgt van alle pooltjes. En omdat je uitkijkt naar het in slaap dommelen op de bank, met op de achtergrond het stemgeluid van een commentator naar keuze.

Wij blikken vooruit op de eerste week van de Tour de France waar dit jaar 176 renners verdeeld over 22 teams prijken op de startlijst. 18 WorldTour-ploegen aangevuld met 4 ProContinentale. Krijgen we vuurwerk in deze eerste week? Of wordt het net zo’n saaie openingsweek als in de Giro? (Geheimtip: wat het parcours betreft eerder het eerste dan het laatste)

Etappe 1
Brussel – Brussel

Het is dit jaar honderd jaar geleden dat de gele trui zijn intrede deed in de Tour de France. Daarom wordt er, als ode aan een legende, dit jaar gestart in het thuisland van Eddy Merckx. ‘De Kannibaal‘ heeft namelijk nog altijd het record voor meeste gele truien in de Tour (96- of zijn het er toch 97?).

In de eerste etappe wordt er niet alleen gestart vanuit Brussel. Ook de finish is in de Belgische hoofdstad en tussendoor wordt er over een semi-klassiek parcours gereden. Met een vlugge blik in het routeboek kunnen we dan ook al gauw grote mijlpalen uit de lenteklassiekers opmaken.

Na 27 kilometer passeert het peloton bijvoorbeeld het dorpje Ninove. Onmiddelijk gevolgd door de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg. Twee legendarische hellingen uit de Ronde. Vandaag zijn ze echter meer van symbolische waarde dan dat er daadwerkelijk koers op losbarst. Hierna volgt namelijk een vrij lang en niet zo’n uitdagend vlak gedeelte. Om het klassieke karakter toch wat aan te dikken, stuit het peloton zo’n 70 kilometer van het einde dan nog wel op een kasseistrook.

Etappe 1. Brussel – Brussel (bron: letour.fr)

Met Le Pavé de Thimeon (1900 meter aan rottige kasseikoppen) wordt de finale ingeluid. Het is afwachten hoe een zenuwachtig peloton omgaat met zo’n kasseistrook: wie weet heeft er wel iemand zin om de knuppel in het hoenderhok te gooien. Maar om nou op dag één al zulke risico’s te nemen met een lage kans van slagen? Brussel (en natuurlijk Parijs) is nog ver, dus verwachten wij van de klassementsmannen een defensieve aanpak.

Het restant van de etappe is niet bovenmatig uitdagend en zal voor de meeste sprinters prima te verteren zijn. Of de aankomst er dan ook daadwerkelijk één is voor de pure sprinters is moeilijk te zeggen. Het loopt in de laatste 500 meter namelijk wel wat omhoog. Waardoor deze finish misschien meer op het lijf is geschreven van een Matthews/Sagan dan dat van een type Mareczko.

Hoe dan ook. Eddy Merkx wacht op de winnaar bij het Kasteel van Laken om hem de allereerste gele trui van deze Tour de France te overhandigen

Usual suspects
Ewan, Groenewegen, Matthews, Sagan

Let ook op
Laporte, Pasqualon, Trentin

Etappe 2
Brussel – Brussel TTT (27,6 km)

Net als vorig jaar kent ook deze Tour de France weer een ploegentijdrit. Voor de teammanagers ongetwijfeld stof tot nadenken: Laat je hierom nou een klimknecht uit je selectie? Een extra hardrijder in de gelederen kan immers al vroeg in de Tour tijdwinst voor de kopman opleveren (of juist tijdverlies beperken).

Etappe 2. Brussel – Brussel (bron: letour.fr )


Het parcours slingert de renners door de buitenwijken van Brussel richting het Atomium. Waar de finishstreep op 27 kilometer en 600 meter van het startpodium is getrokken. Dat is vrij kort voor een ploegentijdrit en van alle WorldTour ploegen mag toch wel worden verwacht dat ze het tijdsverlies op de winnaar onder de twee minuten kunnen houden. Al helemaal omdat het parcours – op wat hellende vlakken na – relatief vlak is.

Usual suspects
Ineos, Sunweb, Deceuninck-Quickstep

Let ook op
EF Education First, Jumbo-Visma, Bahrain-Merida

Etappe 3
Binche – Épernay

Waar de de startplaats van etappe 3 bekend schijnt te staan om zijn eeuwenoude carnaval, kennen wij het Belgische stadje vooral van de 1.1 koers Binche – Chimay – Binche. Waarbij Binche dus zowel als start als aankomstplaats fungeert. Maandag is de eindstreep echter voor het eerst deze Ronde van Frankrijk ook daadwerkelijk in Frankrijk getrokken. In Epernay om precies te zijn. Als we een blik werpen op het profiel hieronder worden we van de eerste 150 kilometer niet heel warm. Het lijkt namelijk een typische ‘Tour Week 1-’ rit te worden. Maar gelukkig begint het peloton daarna aan een pittige heuvelzone. Een beetje zoals je die bij elk leuk willekeurig eendagskoersje in Frankrijk tegenkomt.

De heuvelzone begint nog voorzichtig met een klim van de vierde categorie: de Côte de Nanteuil-la-Forêt (1,1 km á 6,8% gem.) Maar hierna volgen er ook drie beklimmingen van de derde categorie zich in rap tempo op waarbij de top van de laatste van deze driee hellingen zich op zo’n 15 kilometer van de finish bevindt. Daarna is het nóg niet gedaan, want 5 kilometer van de streep wacht nog de ongecategoriseerde Côte du Mont Bernon (1 km á 5,5% gem.) en tot slot is de aankomst ook nog eens heuvelop. De laatste 500 meter kennen een stijgingspercentage van 8%.

Etappe 3. Binche- Épernay (bron: letour.fr)

De rit is enigszins te vergelijken met de 5e rit in de Tour de France van vorig jaar en ook met de 3e etappe in de Toureditie van 2017. Beide werden gewonnen door Peter Sagan. De Slowaak toonde ook dit jaar, hoewel zijn voorjaar matig was, in Zwitserland aan weer in vorm te zijn. Onze verwachting is dat hier de klassieke rijders en puncheurs bij de eerste tien eindigen en dat bladzijde twee van de top-20 wordt volgeschreven met klassementsmannen.

Usual Suspects
Alaphilippe, Van Avermaet, Matthews, Sagan, Teuns

Let ook op
Gesbert, A. De Gendt, Kragh Andersen, Lutsenko

Etappe 4
Reims – Nancy

Waar de vorige etappes nog ontkomen aan het stempel van ‘Typische rit uit de openingsweek van de Tour’. Lijkt dat lot voor deze etappe naar Nancy onontkoombaar. Een etappe van 213 kilometer over vrijwel ongeaccidenteerd terrein. Met zelfs een weerbericht waarvan je gaat geeuwen: 28 graden, windkracht 3 met 10% kans op een buitje. Maar ach hoe minder er valt te beleven des te makkelijker de sprinters hun kruit drooghouden. En ach, een royale sprint op zijn tijd is mooi om te aanschouwen. Zeker nu wij als Nederlanders weer een topspurter hebben om voor te juichen. Want voor Dylan Groenewegen is deze etappe natuurlijk gewoon weer een kans op ritwinst. En misschien is hij wel topfavoriet. In de ZLM Tour toonde Jumbo-Visma in ieder geval aan dat het met de trein wel goed zit.


Etappe 4. Reims – Nancy (bron: letour.fr )

P.S. Hopelijk betekent een rustige rit ook dat we dit soort drama niet hoeven te verwachten in Nancy.

Usual Suspects
Ewan, Groenewegen, Sagan, Viviani

Let ook op
Bol, Philipsen, Turgis

Etappe 5
Saint-Dié-des-VosgesColmar

De rit van woensdag 10 juli is een rit waar we de eerste pittige heuvels uit de Vogezen tegenkomen. Het is er ook eentje die vanwege die heuvels interessant kan zijn voor renners met ambities voor het bergklassement. In het parcours van vandaag zijn namelijk twee beklimmingen van de derde en van de tweede categorie opgenomen.

Etappe 5. Saint-Dié-des-Vosges – Colmar (bron: letour.fr)

De korte slotklim Côte des cinq Châteaux (4,6 km á 6,1% gem.) ligt relatief dichtbij de eindstreep en de afdaling is vrij technisch. Een durfal zou zich hier dus naar beneden kunnen laten ‘storten’ om zo te af te dalen naar ritwinst in Colmar.

Usual Suspects
Alaphilippe, Mohoric, Nibali, Schachmann, Wellens

Let ook op
Bilbao, Benoot, Konrad, Matthews


Etappe 6
Mulhouse – La Planche des Belles Filles

Het is dit jaar gelukkig niet lang wachten op de eerste bergen. Donderdag 11 juli staan in etappe 6 namelijk al beklimmingen van de 1e categorie op het menu. De rit is 160 kilometer lang en het gaat de hele dag op en af. Na het vertrek uit Mulhouse komt peloton totaal over vier klimmen van de 1e categorie en ook de finish is bovenop zo’n klim: La Planche des Belles Filles. Een graag geziene col voor de Tourorganisatie. Er werd dit decennium namelijk al 3 maal eerder bovenop deze col gefinisht.

Etappe 6. Mulhouse- La Planche des Belles Filles (bron: letour.fr)

Zo ontbond in 2012 Chris Froome hier zijn duivels, won in 2014 De Haai van Messina (ook wel Vincenzo Nibali voor vrienden) en was in 2017 Fabio Aru als eerste boven. Van deze drie is vooral de rit die Nibali won vergelijkbaar met deze zesde etappe. Toen was het vooral een strijd tussen klassementsmannen.

Mocht het weer zo’n scenario worden, dan weten we in ieder geval dat Chris Froome hier dit jaar niet als eerste boven zal komen. Maar de vorm van de Italianen is een groot vraagteken (Nibali gaf zelf aan voor de bergtrui te gaan). De route naar de top van de berg van de mooie meisjes (© De Rode Lantaarn) is hen in ieder geval bekend. Tenminste tot aan de laatste 1000 meter. De organisatie heeft namelijk besloten om de klim een kilometertje te verlengen. Inclusief twee enorm steile gedeeltes van (boven de) 20%.

Usual suspects
Bernal, Pinot*, D. Martin, Valverde, A. Yates

Let ook op
Buchmann, Gaudu, Jesus Herrada, G. Martin

Etappe 7
Belfort – Chalon-sûr-Saône

De etappe van Belfort naar Chalon-sûr-Saône is een rit waar we de commentatoren ongetwijfeld veel zullen horen over de omgeving. Het peloton overbrugt maar liefst 230 (overwegend) vlakke kilometers in westelijke richting, weg uit de Vogezen. Een heuvelzone in de eerste helft van de rit lijkt nog wat leven in de brouwerij te brengen, maar de bergpunten die hier te verdienen zijn, worden waarschijnlijk gewoon opgeraapt door de leden van de vroege vlucht.

Etappe 7. Belfort – Chalon-sur-Saône (bron: letour.fr)

De rest van de rit is het wachten op de laatste 10 kilometer, want dat het uit gaat draaien op een sprint lijkt een gegeven. Die massasprint kan best chaotisch worden want op iets meer dan 1 kilometer van de streep zit nog een quasi-u-bocht waarbij positionering belangrijk gaat zijn. Misschien wel een mooi punt voor een laatste ultieme solo-inspanning?

Usual suspects
Ewan, Groenewegen, Sagan, Viviani

Let ook op
Boasson Hagen, Lampaert, Terpstra, Teunissen

Etappe 8
Macon – Saint-Étienne

De achtste etappe trekt het peloton verder naar het zuiden. De Pyreneeën komen dichterbij, maar eerst is het nog opletten voor de klassementsmannen. Ze zullen immers scherp moeten zijn om de komende dagen te overleven. Vandaag op het menu: een rit waarvan het profiel te vergelijken is met dat van een achtbaan. Een achtbaan met 3800 hoogtemeters welteverstaan.

Tour de France 8
Etappe 8. Mâcon – Saint- Etienne (bron: letour.fr)

We beginnen nog braaf, maar na zo’n 40 kilometer koers, wacht er met de Col de la Croix (6,1 km á 7% gem.) een col van de 2e categorie. Hierna volgen nog 4 beklimmingen uit dezelfde categorie en zien we ook nog een rood drietje zweven boven de Côte D’Affoux. Tot slot lig op 12 kilometer van de finish de top van derde-categorie-klim Côte de la Jaillière (1,9 km á 7,9% gem.). Het aantal bergpunten dat in deze rit te verdienen is moet wel aantrekkelijk zijn voor een groep om aan te vallen. De kans dat diezelfde groep vervolgens ook uit gaat maken wie de winnaar van de dag wordt is vrij groot.

Usual suspects
Calmejane, Fraile, De Gendt, Mohoric

Let ook op
Clarke, Devenyns, Perichon, Bouet

Etappe 9
Saint-Étienne – Brioude

Quatorze Juillet

De Franse nationale feestdag, voordat de Fransen echt feest gaan vieren wordt er van die in het peloton nog wel even verwacht dat ze de 170,5 kilometer tussen Saint-Étienne – Brioude af gaan leggen. Wederom een soort tussenetappe als opmaat richting de Pyreneeën – en dat op een feestdag. In principe zouden er teams moeten zijn die het gat op de aanvallers dicht gaan rijden, maar gezien de datum moet er rekening mee worden gehouden dat een kopgroep (met Fransen) de hele dag vooruit blijft. Het klimmen en dalen maakt het bovendien een lastig te controleren rit.

Tour de France 9
Etappe 9. Saint Etienne – Brioude (bron: letour.fr )

Waar we wel van uit kunnen gaan is dat de Côte de Saint-Just (3,6 km á 7,2% gem.) de scherprechter wordt in deze rit. De aanloop naar deze slotklim is tamelijk eenvoudig en na de top resten er slechts 13 dalende kilometers tot de finishlijn in Brioude. De finale is vergelijkbaar met die van ritten die we vaak in Zwitserse etappekoersen tegenkomen waarbij puncheurs die goed kunnen dalen en ook nog beschikken over een spurtje favoriet voor de voor de ritwinst. Renners met het profiel ‘Albasini-van-een-paar-jaar-terug’, zeg maar.

Niet geheel onbelangrijk te vermelden: Brioude is de geboorteplaats van Romain Bardet. De Fransman heeft dit jaar nog niet écht indruk gemaakt, maar wie weet maakt deze dag iets bijzonders in hem los.

Usual Suspects
Alaphilipe, Bardet, Fuglsang, Schachmann

Let ook op
Barguil, Colbrelli, Molard, Rui Costa

Etappe 10
Saint-Flour – Albi

Na deze tiende etappe kunnen de renners dan eindelijk uitkijken naar een verdiende rustdag. Ze moeten daarvoor dan nog wel even een dikke 217 kilometer overbruggen naar Albi. Volgens de Tourorganisatie zelf een vlakke rit, maar er zitten toch 1000 hoogtemeters in. Biljartlakenvlak is het dus allemaal te noemen. Maar goed, hoewel het niet een eenvoudige koers zal zijn om te controleren, verwachten we aan het eind van de rit toch een massasprint. De sprintkanonnen hebben immers nog maar weinig kansen gekregen. Maar toch, een totale verrassing waarbij een vluchter á la Cima het peloton voorblijft? Dat sluiten we absoluut niet uit.

Tour de France 10
Etappe 10. Saint-Flour – Albi (bron: letour.fr )

Usual suspects
Ewan, Groenewegen, Kristoff, Sagan, Viviani

Let ook op
Van Aert, Backaert, Geschke, Gougeard


Op de eerste rustdag van 16 juli blikken we vooruit op week nombre 2 met daarin: De Pyreneeën.